Het oorlogsgraf
Dit jaar is het 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. Wij willen een bijdrage leveren aan de herdenkingen ervan met een ontwerp voor een monument.
Concept
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond er, vooral in Europa, een brede beweging om deze oorlog de laatste oorlog van de geschiedenis te laten zijn. Het is in die geest dat het monument gedacht is als een grafmonument; als een graf voor de oorlog zelf.
Nederland en de Grote Oorlog
Alvorens iets over de vorm en de plaats van het monument te zeggen, moet er even stil worden gestaan bij de Nederlandse rol in die oorlog en de motivatie die Nederlanders kunnen hebben bij de oprichting van een gedenkteken. Dat is belangrijk om iets duidelijk te maken over de motivatie voor het ontwerpen van dit monument.Nederland was neutraal en nam officieel geen deel aan de oorlog. Deze oorlog heeft ook nauwelijks plaats in het collectieve bewustzijn van de Nederlandse natie gekregen. Afgezien van het ongemak van de mobilisatie en de vele belemmeringen van de handel t.t.v. de oorlog, zijn een paar fenomenen die toch nadere aandacht verdienen omdat ze aantonen dat Nederland wel degelijk een rol heeft gespeeld bij deze wereldbrand.
- ‘De doden draad’
Vanaf 1916 was de hele grens tussen Nederland en België afgezet met een prikkeldraad-versperring die onder (dodelijke) stroom stond. Zeker als in aanmerking wordt genomen dat deze versperring ook tegen de civiele bevolking was gericht, was dat een politiek feit van tot dan toe ongekende omvang. Desondanks is het een nagenoeg onbekend historisch feit voor de Nederlander.
-’De Duitse Keizer’
Toen, in de nadagen van de oorlog, Nederland politiek asiel verleende aan de vluchtende keizer, kwam Nederland in het brandpunt van de internationale aandacht te staan. De keizer bleef tot zijn dood tijdens de bezetting in Doorn wonen. De recente, lakse omgang met diens verblijfplaats, Huize Doorn, getuigt nog eens van de desinteresse waarmee in Nederland met deze episode in de geschiedenis wordt omgegaan.
Motivatie
Een en ander maakt het evident dat Nederland mee moet herdenken en die evidentie is de belangrijkste pijler van onze motivatie. Die komt in een scherp licht te staan door de morele positie die Nederland pretendeerde (en pretendeert) op het gebied van wereldrecht. Nog geen jaar voordat de Grote Oorlog uitbarstte werd, als symbool daarvan, in Den Haag het Vredespaleis geopend.
Daarnaast speelt een persoonlijke, wellicht intuïtieve fascinatie voor de Eerste Wereldoorlog van de ontwerpers een rol. Die was dus zeker niet te danken aan de overlevering: beelden marcheerden voor de geschiedenis uit; de lange jassen vooral, met rijen dubbele knopen. Die beelden troffen, verwezen naar een vreemde wereld die fascineerde. Alle gezichten waren streng, zorgelijk en plechtig al werden ze beschreven als waren ze van jonge mannen. En toen moest de geschiedenis nog beginnen. De verhalen van de timmerman tot de keizer, van de boer tot de wapenhandelaar en van de honger- tot de heldendood.
Dan volgt het besef dat wat kennis heet de bodem is; ben je eenmaal daar, dan kijk je graag naar de lucht. En in de wolken herken je moeiteloos de vage flarden van je intuïtieve verbondenheid met dingen. Ze lijken nu ineens sterker te zijn dan alles wat je weet: het primitieve ijzeren gordijn in de provincie. De wachten als uit een operette en de verkoolde lijken als vogelverschrikkers, oude buizen en broeken gevuld met stro.
Maar het raakt, dringt zich op en maakt een beklemming voelbaar, nog meer dan die voor de beelden van mensonterende versperringen in deze tijd.
Het ontwerp/de plek
Het ligt voor de hand het monument op het Drielandenpunt te plaatsen. Vooral en in de eerste plaats omdat daar de Doden Draad haar begin- en eindpunten vond. Daarnaast is het ontegenzeglijk het punt van Nederland waarop staatskundige grenzen zich in Nederland het duidelijkst profileren. Zelfs de geografische benaming herinnert aan grenzen, grenzen zoals die in het Europa van nu lijken te zijn opgelost.
Het ontwerp/de vorm
De grondvorm van het monument is ontleend aan de grensmarkeringen zoals die op een kaart in de Bosch-atlas uit 1913 zijn gebruikt; één van de kruisjes waaruit die bestaat wordt 1:1 in het landschap aangebracht. Dat komt neer op een langste doorsnede van bijna 80 meter.
Om aan te geven dat het teken in de derde dimensie alleen maar willekeurig kan worden vast-gesteld, wordt het voor de helft in de grond en voor de helft boven de grond geplaatst. Op die manier roept de vorm associaties met een grafzerk op.
Het ontwerp/het materiaal
Het kruis wordt uitgevoerd als een metalen krat en die krat wordt gevuld met alle niet menselijke en museale resten van de Grote Oorlog, zoals bijvoorbeeld de resten van oorlogsmateriaal zoals dat nog steeds langs de hele voormalige frontlijnen wordt gevonden.
Daarmee wordt ook uitdrukking gegeven aan ‘de materiaalslag’ die deze oorlog ook was. Oorlogen daarna zouden zich net zo kenmerken door hun ongebreidelde aanwending van grondstoffen en materialen. Tot en met de laatste (Koude) Wereldoorlog toe.
Ralph Schleiermacher
namens deze: Rob van Dolron en Wim Barends